Visie op vakken.
Naast digitale geletterdheid tijdens de zaakvakken, is er ook aandacht voor Nederlands tijdens de zaakvakken. Als school zijn wij er ons van bewust dat zaakvakonderwijs ook taalonderwijs is. Door deze twee werelden met elkaar te verweven willen wij goed taalonderwijs geven door een taalrijke omgeving te hebben (Van Koeven, z.j.). Het taalonderwijs overstijgt op die manier alleen het werken met methodes waardoor het betekenisvoller wordt voor de leerlingen (Van Koeven, z.j.). Om die reden is er tijdens zaakvakken ook ruimte voor taal en spelling. Zo leren de leerlingen bijvoorbeeld dat ook tijdens het schrijven in een werkboek de antwoorden goed gespeld moeten worden. En is er tijdens het lezen van moeilijke teksten ook aandacht voor begrijpend lezen en hoe je het lezen van een tekst aanpakt.
10.3 Inrichting van onderwijs: onderbouw
Onze visie op het jonge kind is gebaseerd op de sociaal- constructivistische leertheorie van Vygotski (Vygotski, 1978) Hierin is kenmerkend dat het leren van de leerlingen plaatsvindt in een realistische omgeving in betekenisvolle context waar de kinderen op een eigen manier het leren vormgeven met leeftijdgenoten en volwassen. Als school willen we meer en een beter interactie tussen de leerkracht en de leerlingen. Voor het jonge kind is spel volgens Vygotski een belangrijke bron voor de ontwikkeling van het kind. Daarom willen wij als school het onderwijs in spelsituatie creëren, want volgens Cohen (1996) is spel, leren.
Dit alles gebeurt rondom thema’s die op dat moment relevant zijn voor, en de aandacht hebben van, onze leerlingen. Vygotski benadrukt de zone van naaste ontwikkeling, het verschil tussen wat het kind zonder hulp kan en wat het met hulp kan. Tijdens het werken met de thema’s is er door onze leerkrachten oog voor deze zone van naaste ontwikkeling en wordt geprobeerd om hier zoveel mogelijk op aan te sluiten. Soms worden hiervoor materialen van de methode Schatkist gebruikt, hier straks meer over.
De belangrijkste kenmerken van onze ontwikkelingsgerichte benadering op school is dan ook:
- Het ontwikkelingsgericht onderwijs in de onderbouw is gericht op een brede persoonsontwikkeling
(zoals samenwerken, communiceren, initiatieven nemen, plannen maken) die altijd verbonden
wordt aan kennis en vaardigheden (schrijven, lezen, woordenschat etc.) (Zonneveld, 2005)
- Het gaat om betekenisvolle activiteiten; een thematisch aanbod van sociaal-culturele activiteiten
waarin kinderen inbreng kunnen hebben in keuze en planning. In de onderbouw hebben de
activiteiten een spelkarakter en in de midden- en bovenbouw vooral een onderzoekend karakter
(Zonneveld, 2005)
- Leerlingen construeren hun eigen instrumenten voor het oplossen van betekenisvolle problemen
(Van Oers, 2003)
- Het ontwikkelingsgericht onderwijs is holistisch, de opbouw van het leertraject is systematisch en
hypothetisch (Van Oers, 2003).
Methode: Schatkist
Schatkist is een methode voor kleuters. We maken gebruik van Schatkist in de kleutergroepen als extra aanvulling om een goede basis voor de doorgaande leerlijnen te creëren: mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie (Zwijssen, z.d.). Als school hebben wij voor Schatkist gekozen omdat het volledige keuzevrijheid biedt aan onze onderbouwleerkrachten. Bij Schatkist staat daarnaast het spelenderwijs leren en het onderzoekend en ontdekkend leren centraal (Zwijssen, z.d.). Dat zijn ook belangrijke waarden die terugkomen in het ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw. Materialen van Schatkist worden waar dat kan gebruikt om de thema’s in de kleuterklassen te voorzien van extra verdieping en aanvulling.
Dat betekent dat wij schatkist niet als methode zodanig volgen maar dat wij schatkist gebruiken als manier om ons ontwikkelingsgerichte curriculum aan te vullen en te verrijken. De ontwikkelingsgerichte manier van werken staat centraal bij de kleuters, en ook nog grotendeels in groep 3, en wij gebruiken de methode Schatkist alleen wanneer dat past binnen de thema’s die wij vanuit het ontwikkelingsgerichte werken aanbieden. De methode is daarbij eerder een middel dan een doel op zich.
Inrichting van onderwijs: bovenbouw
Zoals beschreven bij het onderwijsconcept in de onderbouw, staat daar de ontwikkelingsgerichte benadering centraal. Op dit moment werken wij in de bovenbouw nog grotendeels met methodes. Dit om de doorgaande leerlijnen veilig te stellen en om ervoor te zorgen dat de leerlingen de kerndoelen en referentieniveaus aan het einde van de schooljaren en de basisschoolperiode halen. Als school proberen wij wel steeds meer de ontwikkelingsgerichte benadering door te voeren in de bovenbouw.
Zoals al beschreven in onze visie op vakken, doet de leerkracht altijd zijn/haar best om de lessen te verrijken waar dat mogelijk is. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van aanwezige materialen, van het talentenlokaal of van de natuurtuin of ontdektuin.
Verder beschrijft Vygotski (1978) de zone van naaste ontwikkeling. Als onderdeel van het passend onderwijs op deze school, zijn wij als leerkrachten natuurlijk altijd op zoek naar deze zone van naaste ontwikkeling. Wij vinden het van belang om op ieder vakgebied te kijken naar wat de leerling al (zelfstandig) kan en waar hij nog extra hulp bij kan gebruiken. De zone van naaste ontwikkeling gebruiken wij om uiteindelijk de leerling zich zo goed mogelijk te laten ontplooien en tot zijn recht te laten komen binnen zijn eigen mogelijkheden, zoals beschreven staat in onze visie.
Verder wordt op de vrijdagmiddagen aan de bovenbouw verschillende cursussen aangeboden. Met deze cursussen proberen wij toch recht te doen aan de ontwikkelingsgerichte benadering. Zoals beschreven door Zonneveld (2005) staan betekenisvolle activiteiten centraal in de ontwikkelingsgerichte benadering. Volgens Zonneveld (2005) hebben de leerlingen hierbij ook invloed op het thema en een kunnen zij een keuze maken tussen activiteiten. Deze activiteiten hebben, in het kader van ontwikkelingsgericht werken in de bovenbouw, een onderzoekend karakter. Dat is precies wat wij als school proberen neer te zetten op deze vrijdagmiddagen. Iedere cursus heeft een ander thema met andere activiteiten waar de leerlingen uit kunnen kiezen. Zo kunnen zij kiezen voor cursussen die betekenisvol voor hen zijn en die ook in hun zone van naaste ontwikkeling liggen.
Daarnaast geeft Van Oers (2003) aan dat ontwikkelingsgericht onderwijs holistisch is. Zoals al beschreven in onze visie op vakken proberen wij, vooral op deze vrijdagmiddagen, verschillende vakgebieden met elkaar te verbinden. Op die manier proberen wij ook aan de leerlingen te laten zien hoe de verschillende gebieden met elkaar verweven zijn. Zo kunnen de leerlingen op die middagen bijvoorbeeld bezig zijn met natuur maar hier ook een talig verslag van maken.
De school ziet het belang van het ontwikkelingsgericht onderwijs en de winst die hiermee bij de leerlingen te behalen valt. Op dit moment wordt gekozen voor methodes om zorg te dragen voor het behalen van de centraal staande doelen en om de leerlijnen te waarborgen. Wel is er aandacht voor de zone voor naaste ontwikkeling en maakt dit voor ons onderdeel uit van het passend onderwijs. Het geven van lessen uit methodes betekent ook nooit dat dit vanzelfsprekend is, waar mogelijk gebruikt de leerkracht de middelen en de schoolomgeving om deze lessen te verrijken, te verdiepen en op die manier betekenisvol te maken. Verder wordt op de vrijdagmiddagen dus extra aandacht besteedt aan de ontwikkelingsgerichte benadering door de leerlingen cursussen aan te bieden die vallen binnen hun interesses.
Wat de methodes betreft heeft onze school een bewuste keuze gemaakt voor methodes die ook middels de tablet en Chromebook aangeboden kunnen worden. Daarnaast hebben wij zoveel mogelijk methodes gekozen die naar onzes inziens betekenisvol zijn voor de leerlingen omdat bijvoorbeeld de lesstof aangeboden wordt in een realistische (werkelijkheids-)context of omdat de methode volgens ons relevante en betekenisvolle thema’s behandelt.
Hieronder een lijst van de methodes waarmee gewerkt wordt en de onderbouwing van de keuze voor deze methode.
Rekenen: Wereld in getallen (digitaal)
Voor rekenen hebben wij gekozen voor de methode Wereld in Getallen. De methode werkt op een heldere en overzichtelijke manier en is daardoor heel praktisch en bruikbaar voor zowel leerkracht als leerling (Malmberg, 2017a). De leerlingen weten waar zij aan toe zijn omdat iedere les een vaste volgorde volgt. Wereld in getallen doet zijn best om deze lessen aan te sluiten bij voorbeelden uit de praktijk, door voor de sommen hedendaagse contexten te gebruiken. Daarnaast is het bij deze methode heel makkelijk om de differentiëren. Voor ieder kind wordt een aparte weektaak gemaakt op hun eigen niveau. Zo werkt de ene rekensterke leerling in het pluswerkboek en werkt een rekenzwakke leerling in het bijwerkboek. Afhankelijk van de toets resultaten van de leerlingen worden deze weektaken automatisch gegenereerd. Sowieso werkt deze methode heel fijn omdat het goed samenwerkt met de ICT binnen de school. Alle lessen zijn digitaal beschikbaar voor zowel de leerkracht als de leerlingen. Zo halen wij het beste uit de methode en dus ook het beste uit onze leerlingen.
Taal en spelling: Staal
Voor taal en spelling wordt gebruikt gemaakt van één methode, namelijk Staal. De methode laat deze vakken goed op elkaar aansluiten. Voor beide methodes wordt dezelfde duidelijk lesopbouw gehanteerd, zo weten de leerlingen altijd waar ze aan toe zijn (Malmberg, 2017b). Ook in Staal is er volop de mogelijkheid om te differentiëren door pluswerk of juist extra oefenwerk (of zelfs oefensoftware) aan te bieden. De lessen van Staal zijn rijk vormgegeven en boeiend voor de leerlingen. De methode gebruikt veel voorbeelden uit het echte leven waardoor de kennis die wordt opgedaan ook praktisch is. Verder werken de leerlingen met taal echt naar een betekenisvol eindproduct toe, het zijn dus niet zomaar losse lessen. De ene keer maken ze voor een thema bijvoorbeeld een strip en de andere keer een muurkrant. Dit maakt dat de leerlingen hun kennis echt moeten toepassen en dat het onderwijs functioneel is. De methode wordt grotendeels nog op papier aangeboden maar er komt steeds meer digitaal materiaal beschikbaar. Zo wordt het digibord gebruikt bij de instructie, is er extra oefensoftware op de computer en kunnen de toetsen op de computer worden gemaakt en verwerkt.
Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip
Zoals al bleek uit de keuze voor de vorige methodes vinden wij het als school belangrijk dat de leerlingen niet zomaar iets leren maar dat het gekoppeld wordt aan de werkelijkheid door middel van hedendaagse contexten en dat daarnaast de kennis en vaardigheden functioneel zijn. Voor begrijpend lezen hebben wij daarom gekozen voor de methode van Nieuwsbegrip. Iedere week week zijn er begrijpend lezen lessen die gekoppeld zijn aan een actueel onderwerp (CED groep, z.j.). De lessen kunnen op verschillende niveaus worden aangeboden en zijn gebaseerd op evidence-bases leesstrategieën. Naast de leeslessen kunnen de lessen uitgebreid worden met Nieuwsrekenen, het betekenisvolle rekenen in actuele contexten en om de week een functionele schrijfles. De lessen zijn leuk, uitdagend, actueel en interactief. Bovendien wordt nieuwsbegrip ook op de computer en tablet aangeboden. Dit maakt het differentiëren ook makkelijk omdat leerlingen in hun eigen leerlingendeel werken van Nieuwsbegrip. Voor leraren zijn er ook handige digibord tools en is er een online lerarendeel. Op die manier sluit Nieuwsbegrip goed aan bij wat wij als school belangrijk vinden.
Aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek: Argus Clou
Wederom heeft bij het kiezen voor een methode voor deze vakken ICT een grote rol gespeeld. Deze methode is namelijk compleet digitaal zowel voor leerling als leerkracht. Daarnaast is het bij deze methode, juist doordat deze digitaal is, heel makkelijk om te differentiëren (Malmberg, 2017c). Naast de verlengde en verkorte instructie verwerken de leerlingen de lesstof zelfstandig. Er zijn veel verschillende verwerkingsvormen waardoor er altijd wel een is die passend is voor de leerling. Via de digitale methode krijgen ze daarnaast feedback op maat. Voor zwakke leerlingen is er ook extra oefensoftware. Deze oefensoftware is boeiend voor de leerlingen door bijvoorbeeld games erin te verwerken. Daarnaast is de software ook adaptief en past het zich dus aan, aan de leerling. Differentiëren en aansluiten bij iedere afzonderlijke leerling vinden wij erg belangrijk als school, om die reden past Argus Clou hier goed bij. Verder biedt Argus Clou de lessen altijd in een bepaald thema aan en gebeurt dit zoveel mogelijk op een manier die leerlingen motiveert. Zo wordt er bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van zoekplaten en filmpjes. Verder kan de leerkracht voor ieder thema een bepaalde route kiezen om daarmee de les beter te laten aansluiten bij de leerlingen, zo kan er bijvoorbeeld gekozen worden om in plaats van de opdrachten voor een creatieve verwerking te kiezen.
Muziek: Moet je doen
Met de verschillende activiteiten zoals: zingen, luisteren, muziek maken, vastleggen en bewegen is muziek een doe-vak. Door middel van een speelse en leuke manier doen de leerlingen kennis inzicht en vaardigheden op en leren de leerlingen een mening te vormen over muziek (Thiememeulenhoff, z.j.). De muziekmethode biedt diverse differentiatiemogelijkheden, werkvormen en bevat nieuwe, eigentijdse liedjes. Daarnaast heeft het gevarieerde luistervoorbeelden. Handvaardigheid: Moet je doen
Bij beeldende vorming krijgen de leerlingen uitdagende opdrachten waarbij zij op zoek gaan naar hun eigen oplossing. Hierbij staat een kunstwerk altijd centraal (Thiememeulenhoff., z.j.). Een kunstwerk met een verhaal en een betekenis voor de leerlingen. Met de methode Moet je doen hoeft de leerkracht geen kunstzinnige achtergrond te hebben. De handleiding bevat duidelijke toelichting en opdrachtomschrijving waardoor het lesgeven van beeldende vorming voor elke leerkracht te doen is.
Drama: Speel je wijs
De methode ‘speel je wijs’ biedt meer dan 100 kant- en- klare dramalessen (www.speeljewijs.nl). Deze dramalessen ondersteunen leerlingen bij hun taalontwikkeling. Uit onderzoek is gebleken dat het taalniveau van leerlingen steeg. Dit verbeterde de sfeer in de groep. In de lessen is veel aandacht voor coöperatief leren en het trainen van de sociale vaardigheden.
Burgerschap: Vreedzame School
De Vreedzame School is een compleet programma dat wij gebruiken om leerlingen te leren hoe ze een burger kunnen zijn in de huidige democratie. Wij hebben voor deze methode gekozen omdat het de school en de klas ziet als een kleine leefgemeenschap. De leerlingen leren door middel van een lessenserie dat ze gehoord en gezien worden en dat ze een stem hebben (ook letterlijk in de groepsvergaderingen) (CED groep, 2013). Daarnaast krijgen de verschillen en conflicten aandacht en leren leerlingen om ook hier mee om te gaan. Ze leren zich verantwoordelijk te voelen voor elkaar en leren om samen beslissingen te nemen en op die manier op een goede manier om te gaan met conflicten. Wij als school zien het als onze verantwoordelijkheid om alle stukjes van het mozaïek een mooi geheel te laten vormen. De Vreedzame school vormt als het ware de lijm tussen de stukjes omdat het leerlingen de kennis en vaardigheden leert om op een positieve en constructieve manier met elkaar om te gaan.
Maak jouw eigen website met JouwWeb